M’agrada anders doen dan de rest van Spanje
Begrijp me niet verkeerd: als iemand beweert dat Catalaans een Spaans dialect is, zal ik één van de eersten zijn die voor het Catalaans op de bres springt. Als voorbeeld geef ik dan altijd het Fries en het Nederlands: het verschil zit vooral in de schrijfwijze, de uitspraak en bepaalde grammaticale eigenaardigheden. En zo af en toe zijn er woorden die totaal verschillend zijn.
Behalve het Catalaans, dat gesproken wordt in Catalonië, de Valenciaanse gemeenschap, de Balearen (Mallorca, Menorca en Ibiza), de stad Alghero op Sardinië, het oosten van Aragon en Andorra, worden er in Spanje naast het Spaans nog drie andere talen gesproken: het Galicisch in Galicië, het Baskisch in Baskenland en Navarra en het Aranees, een Occitaans dialect, in de Aranvallei in het noordwesten van Catalonië. Voor het Baskisch staat het buiten kijf dat het een taal op zich is: er is geen enkele taal op de wereld die ook maar lijkt op het Baskisch. Het Galicisch lijkt erg op Portugees en heeft een beetje mazzel dat Galicië bij Spanje hoort en niet bij Portugal, waar het waarschijnlijk wel tot dialect gedegradeerd zou zijn.
talen spanje
Blauw: Portugees/Galicisch | Geel: Spaans | Rood: Catalaans | Paars: Occitaans
Het Catalaans mag nu dan misschien niet meer weg te denken zijn uit Catalonië, maar dat was tijdens de dictatuur van Franco wel anders: Catalaans spreken dan wel schrijven was bij wet verboden. Ook in vroeger tijden was het Catalaans lang niet zo levend als het nu is. De Renaixença halverwege de 19e eeuw blies het Catalaans ternauwernood nieuw leven in op cultureel en literair gebied. Belangrijke schrijvers die deel uitmaakten van deze Renaixença waren onder anderen Jacint Verdaguer en Joan Maragall, over wie we in de serie Pròxima Estació zeker te spreken komen zodra we lijn 4 aandoen.
Jacint Verdaguer (li) en Joan Maragall
Juist in het openbaar vervoer valt me op dat de Catalanen hun best doen om anders te zijn. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat het regionale treinnetwerk “Rodalies” heet – wat in het niets lijkt op “Cercanías” – en dat de Catalaanse treinen oranje zijn in plaats van rood. Het blijkt ook vooral uit de taal die gebruikt wordt. Zo wordt in het Spaans het volgende station omgeroepen met “próxima parada”. In het Catalaans zou dit “pròxima parada” zijn: als je vluchtig leest, is het accentje dat de andere kant op staat je waarschijnlijk ontgaan. De Catalanen hebben daarom bedacht in plaats van “pròxima” het woord “propera” te gebruiken, wat zoiets betekent als “dichtsbijzijnd”. De metro is ontsnapt aan deze dwaze vorm van anders willen zijn: kennelijk was “pròxima estació” door het ontbreken van de n Catalaans genoeg. Voor het Catalá zelf geldt dat immers evengoed.
De rode Cercanías- en de oranje Rodalies-trein.
Zelfs als het niet lukt om een ander woord te vinden, slagen de Catalanen er toch nog in onderscheid aan te brengen. Op het schermpje waar de overstapmogelijkheden staan aangegeven, staat in het Spaans “correspondencias” of “correspondencia” (overstapmogelijkheden), maar in het Catalaans “correspondència amb” (overstapmogelijkheden met). Het kan niet anders dan dat de Catalanen ontzettend trots zijn op hun “amb”, want de enige andere Romaanse taal die daar enigszins in de buurt komt is het Frans met “avec”. Op het Aranees na dan, maar ik durf te betwijfelen of je van die taal ooit gehoord had voordat je deze blogpost las.
Afbeeldingen:
http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/b/b8/Lenguas_y_dialectos_iberorromances.PNG
http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/b/b0/Catal%C3%A1n_dialectos.png
http://www.visat.cat/view_file.php?id=2&file=122.jpg
http://www.biografiasyvidas.com/biografia/m/fotos/maragall_joan.jpg